Het onderbewustzijn roert zich

Zijn ouders zijn in de jaren ’20 van de negentiende eeuw geboren in Nederlands-Indië. Zijn vader is Nederlands-Indisch en zijn moeder heeft Nederlandse, Duitse, Joodse en Indische wortels. De familie van zijn vaderskant is een eeuw eerder vanuit Vlaanderen naar Indië verhuisd. Dat Vlaamse Gewest is dan nog onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden.
Van KNIL naar dwangarbeid
De vader van René dient bij het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger en vecht tegen de Japanners als ze de archipel binnenvallen. Hij wordt krijgsgevangen genomen en moet als dwangarbeider werken. Waar precies is onduidelijk. René: “We weten dat hij dwangarbeid heeft verricht, maar niet precies waar. Kan een spoorlijn zijn, maar een oom meent te herinneren dat het een vliegveld op Flores was.”
Bersiap, politionele acties en Nederland
Na de oorlog volgt de gewelddadige Bersiap en daarna de dekolonisatieoorlog. Vader is dan met KNIL gelegerd op Sumatra en vecht daar tegen de nationalisten.
Het gezin vertrekt na de machtsoverdracht niet onmiddellijk naar Nederland, waardoor René in 1951 op Soerabaja geboren wordt. Ze wonen daar nog twee jaar en verhuizen dan alsnog naar Nederland.
Veel vragen over de tijd in Nederlands-Indië
In Nederland laten zijn ouders René kind zijn. Hij is bezig met vrienden en voetbal en gaat studeren. Met het verleden is hij niet bezig: “Mensen vroegen daar herhaaldelijk naar, maar ik had helemaal geen band met Indonesië en geen behoefte aan dat verleden. En mijn ouders ook niet.”
Als René 49 is overlijdt zijn vader. Zijn moeder is dan al enige tijd dood. Het is het moment waarop René zich realiseert dat hij onbewust toch met heel veel vragen zit, maar ze nu aan niemand meer kan stellen. Hij wordt emotioneel als hij erover vertelt.
Op onderzoek naar het verzwegen verleden
Zijn eigen dochter is dan al enige tijd bezig met onderzoek naar de herkomst van de naam en de geschiedenis van de familie in Nederlands-Indië. Hij gaat haar helpen en begrijpt dan pas hoe heftig de jaren ’40 voor zijn ouders geweest moeten zijn.
René weet dat zijn jongere zus meer met zijn ouders over het verleden heeft gepraat. Met elkaar proberen ze nu tot een gemeenschappelijk verhaal over dat verleden te komen. Hij weet dat ze laat begonnen zijn, maar die klok zet je niet terug. Wat je wel hebt, is de tijd in het nu.
René voelt zich in de eerste plaats Nederlander, maar voelt de aanwezigheid van die andere zon. Hij noemt zichzelf een mix, een combi. Hij wil het ook niet in een hokje stoppen, want een identiteit is dynamisch.