Verborgen afkeer

Peter
Peter

Peter’s Nederlandse grootvader wordt in de jaren ’30 als KNIL-militair uitgezonden naar Nederlands-Indië. De oorlog in Azië is kort en opa wordt door de Japanners gevangen genomen en ingezet als dwangarbeider. Hij moet werkt daar jaren aan de Birma-spoorlijn en maakt daar zoveel ellende mee dat hij de Japanners nooit meer kan vergeven. 

Zwanger op de boot van Nederlands-Indië naar Rotterdam

Na de oorlog ontmoet hij het meisje waar hij mee zal trouwen. In 1948 vertrekt opa naar Nederland. Zijn Indische vrouw is inmiddels zwanger en reist met hem mee. De moeder van Peter wordt uiteindelijk in Nederland geboren en wordt Nederlands opgevoed.  

Na vier maanden thuis terug naar Indië voor dekolonisatie oorlog

Opa kan niet lang van Nederland, zijn vrouw en pasgeboren kind genieten, want hij wordt naar enige maanden weer terug gestuurd naar Indië voor de de dekolonisatie oorlog. Hij zal jaren wegblijven. Zijn Indische vrouw toont veerkracht, is dapper in een nieuw koud land zonder haar man en leert warme kleding en stamppot maken. 

Fusion

Peter is zich bewust van zijn afkomst, maar hangt er niet aan. Hij heeft op dit moment ook geen verlangen naar Indonesië en is er nooit geweest. Hij ziet zichzelf als een mix en noemt het fusion. 

Mag je niemand haten, ook al heeft hij jezelf niets gedaan?

Tijdens een reis in de Verenigde Staten openbaart zich toch een verborgen laag in zijn persoonlijkheid. Peter’s broer reisde – net als zijn oma – voor de liefde naar de andere kant van de wereld. Als Peter daar op bezoek gaat laat die broer hem een kamer van een neefje zien, noem het een mancave. De achterwand is over de gehele breedte versierd met een rijzende zon, de oorlogsvlag van de Japanse marine. Wat dat met hem doet overvalt Peter, want in welke mate kun je haat jegens een Japanse bezetter hebben als je die bezetting zelf niet hebt meegemaakt? 

Vooral leren van fouten

Zijn afkomst verloochent hij niet en zal hij zijn kinderen zeker meegeven. Hij wil daarbij niet terugkijken naar wat er toen niet goed gegaan is, maar er vooral van leren en dat doorgeven aan de volgende generatie.