Ontheemding

Martien is vernoemd naar zijn grootvader, die KNIL-militair was en in 1959 met zijn gezin naar Nederland kwam. Eén van de vier dochters die meekomen is Martien’s moeder. Opa en Oma kiezen voor Nederland vanwege een beter leven voor de kinderen en ze maken gebruik van de ‘spijtoptanten-regeling’.
Thuis in het Soesterkwartier
Na hun aankomst in Nederland volgt een periode waarin ze wonen in kampen en diverse pensions. Daarna vinden ze een huis in het Soesterkwartier in Amersfoort en kan het opbouwen van een leven echt beginnen.
Zijn moeder is jong als ze uit Indonesië vertrekt en zegt louter positieve herinneringen te hebben. Martien twijfelt daaraan, aangezien ze nooit meer terug is geweest en er tijdens een vakantie Cambodja allerhande herinneringen terugkwamen.
Martien voelt zichzelf een combi
Martien voelt zich Nederlander en/of Indo, misschien zelfs wel Indonesiër. Het was een andere periode, maar het gaat over mensen die net als Martien een mix zijn uit een andere periode. Hij wil geen afstand nemen van wie dan ook, want dat suggereert rangen en standen die er gewoon niet zijn.
Zijn leven in Zuid-Oost Azië
Als hij 20 is, gaat hij naar Indonesië op bezoek bij zijn familie die daar deels nog woont. Daar ervaart hij veel herkenning en begrijpt hij plots waar het gevoel van ontheemding dat hij in Nederland heeft.
Hij gaat werken in Cambodja en vindt daar zijn vrouw. Ze heeft een erg goede relatie met zijn moeder, omdat ze elkaar op culturele normen en waarden heel fijn aanvoelen.