Het glas moet altijd halfvol zijn

Haar Drentse vader ging in de jaren ’30 naar Nederlands-Indië en ontmoet daar de moeder van Edith. Edith is dan al vier jaar en noemt zichzelf een mix uit Drenthe, Duitsland en China.
Tweede Wereldoorlog
Tijdens een reis zonder ouders overvalt de oorlog het gezin, waardoor de 8 jarige Edith van haar moeder gescheiden wordt. Moeder wordt door de Japanners in een kamp gestopt en verliest daar twee kinderen. Haar vader is krijgsgevangenen gemaakt en wordt te werk gesteld aan de Birma-spoorlijn. Dankzij het Rode Kruis wordt ze later met haar moeder herenigd. Edith maakt zelf vreselijke dingen mee en heeft daarvoor nog altijd ondersteuning.
Baan bij de luchtmacht
Na de oorlog kiest Edith voor een baan bij de luchtmacht en daar ontmoet ze haar man Boy, een Brabantse Chinees. Die wordt later uitgezonden naar Nieuw-Guinea en keert daarna terug op de basis in Leeuwarden waar Edith daarna ook een tijd heeft gewerkt. In de 45 jaar dat ze samen zijn hebben ze een prachtig leven en reizen ze de hele wereld over.
Verdriet is nooit ver weg, maar Edith benadert het leven optimistisch. Alleen dan kun je ervan genieten.